Het onnatuurlijke straatbeeld staat me meer tegen dan ooit
Als ik door de straten van de stad loop valt me op hoe anders het hier is dan daar. Bijna alles is verhard door steen, beton of afval. Hoekige vormen hebben de overhand. Nergens kun je ver kijken, er is amper groen te zien en al net zo min is de aarde onder je voeten te voelen. Het onnatuurlijke van dat wat in Nederland het straatbeeld vormt staat me meer tegen dan ooit. De dichtbebouwde gebieden geven me het gevoel alsof ik me in een gevangenis bevind. En ik besef dat ik me hier nooit meer echt thuis zal kunnen voelen.
De ene tegenvaller na de andere
Weer werken valt me zwaar. Het blijkt lastiger dan voorheen om als invaller voldoende werk te vinden en ik merk meer dan ooit dat er dingen zijn die niet bij me passen. De reistijd is lang en het werk vind ik niet meer echt leuk.
De afspraken die ik aan het begin van het schooljaar met de administratie van de Pabo maakte over het afmaken van mijn opleiding blijken ook al niet zo uitgevoerd te kunnen worden. Ik moet tot het volgend schooljaar wachten tot ik mijn studie kan afmaken.
De ene tegenvaller stapelt zich op de andere. Ik voel me ellendig en probeer mezelf gerust te stellen met de wetenschap van wat komen gaat: het vertrek uit Nederland en de terugreis naar Zweden, de plek waar ik me thuis voel.
Wil je weten hoe ik hier terecht kwam en hoe het verder ging? In het boek “Verliefd op een Ander Land” lees je het hele verhaal.