10 dingen om op te letten als je gaat emigreren met kinderen
1. Wisselen van school
Je kind zal niet alleen van woonplaats veranderen, maar ook van school. Hoe neem je afscheid op de oude school? En doe je ook iets speciaal bij de nieuwe school om de aankomst van je kind daar te vieren? Natuurlijk doe je die dingen in overleg met je kind, zodat zowel afscheid als aankomst op een manier gaan waar je kind zich fijn bij voelt. Dat maakt de emigratie namelijk heel veel gemakkelijker.
2. Welke onderwijstype past?
Verdiep je in de mogelijke onderwijsvormen en de verschillen met het onderwijs zoals de kinderen dat in Nederland gewend zijn. Vaak is het zo dat kinderen dingen die vertrouwd zijn als prettig ervaren. En soms hebben ze juist behoefte aan iets heel anders. Je kunt dus ook kijken naar wat ze op dit moment juist als niet fijn ervaren op school. Zijn er meer of minder mogelijkheden op dat vlak in het emigratieland? Wat willen de kinderen? Wat past bij ze? En wat past bij jouw visie als ouder?
In Nederland kun je kiezen uit allerlei verschillende scholen. Openbaar, christelijk, katholiek, jenaplan, Montessori, vrijschool, democratisch enz. En met name als je kind naar de middelbare school gaat is er veel keuze qua niveauverschillen, van vmbo tot gymnasium. Deze keuzes zijn niet overal even vanzelfsprekend.
Ga langs bij verschillende scholen in de regio waar je wilt gaan wonen en kijk wat bij je kind past. Een emigratie is leuk en spannend, maar alleen als ook dit deel past bij je kind, zodat het niet elke dag na schooltijd diep ongelukkig thuis komt.
3. Wat voor cultuurverschillen zijn er op school?
Schoolsystemen kunnen erg verschillen, maar de onderwijscultuur ook. Zijn de schooldagen langer of korter, worden leerkrachten met hun voornaam aangesproken of met hun achternaam of een titel? Is de benadering van kinderen er een van gemoedelijkheid en liefdevol bijsturen als dat aan de orde is, of geldt er een cultuur van strenge autoriteit en straffen? Krijgen kinderen een broodtrommel mee zoals ze gewend zijn of eten ze warm tussen de middag? De verschillen kunnen groot zijn en sommige van die verschillen zijn op het eerste gezicht al duidelijk en andere zijn zo ingebed in de cultuur dat je ze wellicht over het hoofd ziet. Vraag gerust ook eens na bij andere emigranten hoe zij en hun kinderen het ervaren. En vraag dan ook waarom, want hoe je iets aanvaard is ook persoonlijk.
4. Krijgt je kind nog les in de moedertaal?
In sommige landen en/of plaatsen kan je kind op school ook les krijgen in de eigen taal om zo de beheersing van de moedertaal op peil te houden. In andere landen moet je dit zelf verzorgen als je dat belangrijk vindt. Hoe is dit geregeld waar jullie heen gaan?
5. Hoe ziet vervolgonderwijs eruit en kan dat in de buurt?
Houd er ook rekening mee dat er landen zijn waar het heel gewoon is dat kinderen op de leeftijd van 16 jaar al uit huis en op kamers gaan omdat de hogescholen en universiteiten vaak op grote afstand liggen. Bedenk of je dit wil en zo nee, pas dan de keuze van je woonplaats daarop aan.
6. Vriendjes en vriendinnetjes
Hoe kunnen je kinderen contact houden met hun vriendjes en vriendinnetjes uit Nederland? En hoe gaat het maken van afspraken in het land waar je gaat wonen? Houd daar ook rekening mee als je wat meer afgelegen gaat wonen en je kind erg sociaal georiënteerd is. Kun je zorgen dat er voldoende speelafspraakjes zijn?
7. Hobby’s en sporten
Kinderen zijn vaak niet alleen gehecht aan met wie ze dingen doen, maar ook aan wat ze doen. Kunnen ze hun hobby’s en sporten in het land waar jullie gaan wonen blijven doen? En zo nee, hebben ze dan behoefte aan iets anders in de plaats daarvoor? Daar van tevoren al naar op zoek gaan voorkomt teleurstellen en kan zelfs zorgen dat kinderen iets hebben om naar uit te kijken.
8. Vrijetijdsbesteding
Als je kinderen hier zelfstandig door de buurt kunnen lopen en fietsen, is die mogelijkheid er daar dan ook? Zijn de dingen die je nu in de tuin hebt (denk aan een schommel, een speelhuisje of een trampoline) ook daar of kun je ze er snel een plek geven? Mensen zijn gewoontedieren zeggen ze weleens, voor kinderen geldt dat misschien nog wel meer. Tegelijkertijd hebben kinderen een enorm aanpassingsvermogen. Als ze de dingen die ze leuk vinden kunnen blijven doen of er iets nog leukers voor in de plaats komt, dan zijn ze vaak gemakkelijk met dingen die wat lastiger zijn.
9. Contact met familie
De meeste kinderen zien hun ooms en tantes, neefjes en nichtjes en opa’s en oma’s minder vaak dan hun vriendjes, maar het gemis kan ook heel erg groot zijn. Hoe zorg je ervoor dat ze het gevoel blijven houden dat ze een sterke band hebben met hun familie, ook al wonen ze ver van hen vandaan?
10. Kinderbijslag
Waarschijnlijk het minst belangrijk, maar hou er rekening mee dat na emigratie de kinderbijslag in Nederland stopt. In veel landen is er een soortgelijke vergoeding. Ga na of je die vergoeding moet aanvragen of dat de aanvraag automatisch in gang gezet wordt als je kinderen ingeschreven worden als inwoner van het betreffende land.
Emigreren met kinderen vraagt om wat extra voorbereiding, maar als je er een gezinsavontuur maakt, dan kun je ook extra genieten van alle dingen die jullie samen mee gaan maken.