Een thuis tussen de bomen
Ergens op het gras, een stuk van de caravan vandaan besluit ik mijn tent op te zetten. De kleine tunneltent zal de komende maanden mijn huis zijn. Op de open plek te midden van de bomen. Dit is primitief leven op zijn best.
Veel spullen heb ik niet bij me, dus veel tijd om mezelf te installeren heb ik niet nodig.
In de caravan is een gasstelletje waar Ruben zijn eten op kookt en er is een kleine kraan met een wasbakje waar we de afwas kunnen doen. Er is een kast waar hij zijn kleding en zijn voorraad eten bewaart en er staat een tafel met 2 houten bankjes ernaast. Eigenlijk is het een soort schaftkeet, maar de houten bankjes zijn net groot genoeg om op te slapen als je stil kunt blijven liggen en van één van de bankjes heeft Ruben dan ook zijn bed gemaakt door er een slaapmatje en een slaapzak op te leggen.
Wassen met water uit de put
De volgende ochtend wassen we ons allebei met het water uit de put. Ruben haalt een emmer water naar boven en gooit die direct over zich heen. En vervolgens helpt hij mij bij hetzelfde. Het water uit de put is steenkoud. Ik twijfel niet meer of ik nu wel goed wakker ben, maar echt comfortabel vind ik het niet. Ik besluit om de dagen daarna in het meer te gaan zwemmen bij wijze van douche.
Drinkwater halen
Omdat de waterput lange tijd niet gebruikt is, is het water waarschijnlijk niet geschikt is om te drinken. Voor drinkwater lopen we naar het dichtstbijzijnde meer om een jerrycan vol te scheppen. Die moet dan vervolgens weer terug gedragen worden. Ik vind het onwerkelijk om hetzelfde water te drinken dan waarin ik zwem en me was, maar Ruben verzekert me dat het water hier van dusdanig goede kwaliteit is dat dat kan.
Wie me een paar maanden geleden had verteld dat ik zo gemakkelijk zou aanpassen aan een zo primitief leven, had ik niet geloofd. Maar het is wel zo. Ik verbaas me over mezelf, luxepaard als ik ben.
Wil je weten hoe het verder ging? In het boek “Verliefd op een Ander Land” lees je het hele verhaal.